Hoe wordt vrijwilligerswerk toegankelijk voor iedereen?
- Waarom zijn bepaalde groepen minder vertegenwoordigd in het vrijwilligerswerk?
- Tegen welke drempels lopen zij aan?
- Hoe slagen organisaties erin deze drempels weg te werken?
- Waarin ligt voor hen de meerwaarde?
In een zeer diverse stad als Antwerpen is het goed om bij deze vragen stil te staan.
In opdracht van de Vlaamse overheid deden HIVA-KU Leuven en UCLL - Expertisecentrum Inclusive Society samen onderzoek naar wat vrijwilligerswerk toegankelijk maakt voor groepen met een maatschappelijke kwetsbaarheid. Het onderzoektrapport inventariseert wat we kunnen leren uit de goede praktijkvoorbeelden en geeft tips aan het beleid.
Voor iedereen
Vrijwilligerswerk maakt mensen gelukkig. Het zorgt voor een positief zelfbeeld en een gevoel erbij te horen. Het maakt gebruik van je talent ook als professioneel werken misschien niet kan. De ambitie is om vrijwilligerswerk voor iedereen toegankelijk te maken. Ondervertegenwoordigde groepen zijn o.a.:
- Mensen met een fysieke of mentale beperking.
- Mensen met een psychische kwetsbaarheid.
- Mensen in armoede.
- Laag geletterden.
- Mensen uit de LGBTQIA+gemeenschap
- Mensen met een migratieachtergrond en vluchtelingen.
- Personen met een detentieverleden.
Waarom inclusiever werven?
Welke meerwaarde kan een diverse ploeg van vrijwilligers hebben voor een organisatie:
- Zij brengen andere ideeën en kennis in de organisatie.
- Vanuit hun ervaringskennis kunnen ze nabij zijn met andere kwetsbare personen in de organisatie.
- Zij brengen andere waarden in de organisatie.
- Zij dagen de doelstellingen en werking van de organisatie uit.
- Het zijn helpende handen voor de organisatie.
- Zij beschikken over een specifiek netwerk.
Criteria voor toegankelijkheid
Hefbomen voor toegankelijkheid
Visie: de organisatie maakt van inclusief werken een bewuste strategische keuze of neemt minstens het engagement om vrijwilligerswerk mogelijk te maken voor iedereen.
Maatwerk: soms moet je het vooraf bedachte vrijwilligersprofiel loslaten en samen met de vrijwilliger zoeken wat hem ligt. Uitvoerende taken zijn gemakkelijker als opstap. Eens iemand zich thuis voelt en meer zelfzeker wordt, kan hij verder groeien. Je kan hem hierin coachen.
Representatie: vrijwilligerswerk wordt toegankelijk in de mate waarin de organisatie ook op andere vlakken toegankelijk is. De drempel verlaagt als iemand zich aangesproken voelt door de activiteiten van de organisatie. Of als iemand zich herkent in de andere mensen binnen de organisatie: bezoekers, personeel en collega-vrijwilligers.
Stel de vraag: vraag of iemand vrijwilliger wil worden. Mensen met een maatschappelijke kwetsbaarheid ervaren uitsluiting. Ze voelen zich buitengesloten en een bijdrage leveren lijkt niet evident. Er is weinig ruimte in hun hoofd of leven. Gevraagd worden doorbreekt de uitsluiting.
Organisatiecultuur en -structuur: een klik met de organisatie is belangrijk. Een informele sfeer werkt drempelverlagend. Is er geen klik met jouw organisatie, dan misschien wel met een andere. Werk samen.
Samen- en netwerken: samenwerken is ook nuttig op andere vlakken. Bereik je zelf met je organisatie bepaalde doelgroepen moeilijk, werk dan samen met een organisatie die de doelgroep wel bereikt. Leer van elkaar.
Ondersteunen: ondersteuning na de start van het vrijwilligerswerk is belangrijk. Daar moet je tijd voor maken. Het kan zowel individueel als via de groepsdynamiek. Vrijwilligerswerk verbindt mensen, helpt om een netwerk uit te bouwen en van elkaar te leren.